Epson drijft laserprinters uit zonder een groter duurzaamheidsprobleem aan te pakken

Er was een tijd dat laserprinters een luxe waren. Hoge prijzen duwden ze decennia geleden uit het budget van de meeste huizen en kleine bedrijven, maar ze zijn in de loop van de tijd betaalbaarder geworden. Maar nu keert printermaker Epson zich af van deze technologie ten gunste van inkjetalternatieven en zelfverklaarde duurzaamheid.

Zoals The Register maandag opmerkt, kondigde Epson vorige week aan dat het tegen 2026 zal stoppen met de verkoop en distributie van laserprinters, wat gevolgen heeft voor zowel consumenten als zakelijke gebruikers. Het bedrijf, dat eigendom is van Seiko, is er trots op te kunnen zeggen dat de verhuizing in naam van “duurzaamheid” is, maar het bedrijf heeft nog een lange weg te gaan in deze richting.

Laserprinters en duurzaamheid

Epson zei in een verklaring dat zijn beslissing om zich volledig te concentreren op inkjetprinters in plaats van op laserprinters, gevolgen heeft voor de hele planeet. En dat is grotendeels gebaseerd op hoe laserprinters werken in vergelijking met inkjetprinters. Laserprinters vertrouwen op een laser, drum, toner en warmte om een ​​afbeelding af te drukken. Tegelijkertijd gebruiken inkjetprinters spuitmondjes om inkt aan te brengen.

“Terwijl laserprinters werken door toner op de pagina te verwarmen en samen te smelten, verbruikt de warmteloze inkjetprinttechnologie van Epson minder elektriciteit door mechanische energie te gebruiken om inkt op de pagina aan te brengen”, aldus Koichi Kubota, verkoop- en marketingmanager van Epson, in uw verklaring. Register.

In een blogpost uit 2021 zei Epson dat ter vergelijking een van zijn zakelijke inkjetprinters “tot 85 procent minder energie” gebruikte en “85 procent minder” koolstofdioxide uitstoot dan een van zijn laserprinters bij het afdrukken van 20 pagina’s . Zonder specifieke printermodellen en andere details kunnen we er echter niet zeker van zijn of dit een vergelijking van appels met appels is. Ook verschillen de verschillen tussen inkjet- en laserprinters van andere merken waarschijnlijk.

Epson zei ook dat zijn inkjetprinters minder onderdelen hebben die mogelijk moeten worden vervangen dan laserprinters. Bij het vervangen van onderdelen voor inkjetprinters gaat het in de eerste plaats om inkt- en afvalinktcontainers (verstopte spuitmonden moeten ook worden overwogen), terwijl laserprinters uiteindelijk nieuwe toner, drum, ontwikkelaars, fusers en andere componenten nodig kunnen hebben. Volgens een Epson- blogpost uit 2019 , gevonden door The Register, hebben Epson-inkjetprinters “tot 59 procent minder onderdelen in vergelijking met laserprinters”.

In het persbericht van Epson staat dat omdat inkjetprinters minder onderdelen hebben die mogelijk moeten worden vervangen, ze minder uitvaltijd en onderhoud nodig hebben dan hun lasertegenhangers.

Een groot probleem

De recente verklaring van Epson spreekt van een “toewijding aan duurzaamheid”, evenals de geplande investering van Epson van 100 miljard yen (ongeveer $ 722,2 miljoen) in “duurzame innovatie”, terwijl natuurlijk de nieuwste printers worden aangesloten. Maar de strategische verschuiving van het bedrijf lijkt niet de grote groene stap die het PR-team van Epson u wil laten geloven.

We hoeven u niets te vertellen over de milieuproblemen die inherent zijn aan thuis- en zakelijk printen. Uit een veelgeciteerd onderzoek uit 2012 bleek dat er elk jaar 375 miljoen inkt- en tonercartridges op de Amerikaanse stortplaats terechtkomen, en dan is het papier- en energieverbruik nog niet eens meegerekend.

Maar mensen en bedrijven moeten printen, en printers en hun werknemers moeten dat bedrijf draaiende houden. We nemen het Epson dus niet kwalijk dat hij op zoek was naar een manier om zijn printeractiviteiten groener te maken. Maar we betreuren het dat het bedrijf een ernstig milieuprobleem blijft negeren dat verband houdt met zijn activiteiten en dat het gemakkelijk zou kunnen oplossen.

Zoals we in augustus meldden, blokkeert Epson printers vanwege zogenaamd oververzadigde inktkussentjes, ook al zou de printer anders fysiek werken. Epson doet dit omdat inkt door de printer kan bloeden. Maar het ontwerpen van producten die niet meer functioneren, ook wel geplande veroudering genoemd, is een grote no-no voor groene technologieën. We huiveren bij de gedachte aan het aantal werkende Epson-printers dat in de prullenbak is gegooid door minder technische gebruikers die niet wisten dat het apparaat nog bruikbaar was.

Dit soort eenmalig denken komt schrikbarend veel voor in de printerindustrie. In 2020 blokkeerde HP bijvoorbeeld inktcartridges buiten het Instant Ink-abonnementsprogramma en gebruikte het ook DRM om te voorkomen dat inktcartridges van andere fabrikanten in HP-printers werkten.

Frustratie van gebruikers

Ondanks de zorg voor het milieu en de keuze van de consument, blijft Epson printers produceren die kunnen doen wat de gebruiker vraagt. En het leidt ook tot frustratie bij de gebruiker wanneer printers plotseling zonder reden stoppen met werken (en dit gebeurt altijd als u iets moet afdrukken). Drukkers hebben geen ervaring met het naadloos implementeren van deze processen achter de schermen. Eerder dit jaar brak Canon bijvoorbeeld per ongeluk zijn inktcartridges in een poging om te voorkomen dat er inkt van derden in zijn producten werd gebruikt .

Epson heeft deze zomer zijn ondersteuningspagina bijgewerkt om het voor gebruikers gemakkelijker te maken hun printers te resetten, zodat ze kunnen blijven werken en om hun recyclingprogramma onder de aandacht te brengen.

Maar ondanks de hernieuwde inzet van deze maand om het milieu te beschermen, zijn de bovengenoemde problemen helemaal niet opgelost. Zoals talloze video-tutorials laten zien, kunnen reparaties zoals het vervangen van een stempelkussen worden uitgevoerd door technisch onderlegde mensen, maar het vinden van Epson-reparatiehandleidingen, onderdelen of Epson-tools voor Epson-printers is bijna onmogelijk. Het bedrijf raadt bijvoorbeeld aan om een ​​van zijn partners inktkussentjes te laten vervangen, waarbij thuisvakmensen en plaatselijke reparatiewerkplaatsen worden vermeden.